Vier Mythes uit de Psychologie

Psychologie mag dan wel een wetenschap zijn, toch is het dagelijkse leven nog doordrongen van pseudopsychologische opvattingen. Sla een populair tijdschrift (pakweg de Flair) open en vrijwel zeker kom je een aantal artikels tegen over psychologische onderwerpen. Zeker niet altijd quatsch, maar soms zie ik toch artikels met opvattingen die mijn wenkbrauwen doen fronsen. Als psycholoog kan ik hier absoluut niet tegen, want mensen zijn nu eenmaal geneigd om het meeste te geloven van wat ze lezen. Tijd dus om wat kritisch na te denken! En meteen een aantal populaire mythes te ontkrachten.

1.Tegengestelden trekken elkaar aan

Het is een populaire opvatting dat mensen in liefdesrelaties op zoek gaan naar het tegenovergestelde van zichzelf. De controlefreak vindt de liefde bij de grootste chaoot, het rustige en verlegen meisje knoopt een relatie aan met de ‘badboy’, het rijkeluiszoontje voelt zich aangetrokken tot het gewone arbeidersmeisje. Tegengestelden kunnen wel aantrekkelijk lijken, maar voor een stabiele en gelukkige relatie ga je toch maar beter op zoek naar een gelijkgezinde. Koppels die meer op elkaar lijken hebben minder conflicten en zijn dus gelukkiger in hun relatie dan koppels die erg verschillen van elkaar. Bovendien is niet enkel gelijkenis in persoonlijkheid belangrijk. Koppels die lang bij elkaar blijven blijken ook meer gelijkenis

couple-3064048_1920

te vertonen op gebied van IQ, normen en waarden, leeftijd, ethniciteit, socio-economische status en zelfs uiterlijk lijken ze meer op elkaar. Birds of a feather flock together? Zo lijkt het wel. Toch blijkt ook dat koppels die verschillen in de mate van dominantie gelukkiger zijn dan degenen die meer gelijk zijn op dit gebied. In de gelukkigste koppels is er meestal één persoon iets dominanter en de andere meer volgend.

(Bron: Markey, P. M. & Markey, C. N. (2007). Romantic ideals, romantic obtainment, and relationship experiences: The complementarity of interpersonal traits among romantic partners. Journal of Social and Personal Relationships, 24, 517.)

2.Mensen met schizofrenie hebben meerdere persoonlijkheden

Tot mijn zeer grote verbazing hoor ik deze misvatting nog regelmatig. Schizofrene patiënten hebben voor alle duidelijkheid slechts één persoonlijkheid. Wel maken zij regelmatig psychotische episodes door. Tijdens die episodes vervalt de zin voor realiteit. Er kan sprake zijn van hallucinaties (zintuiglijke waarnemingen zonder prikkel van buitenaf, vb. stemmen horen), wanen (gedachten die niet overeenkomen met de werkelijkheid, waar men niet van af te brengen is met logische argumenten, vb. achtervolgingswaan, grootheidswaan, jaloersheidswaan,…), denkstoornissen, verwardheid in het spreken, zich terugtrekken, verstoorde emoties,…

face-1370955_1920

Er bestaat echter wel een andere psychiatrische aandoening waarbij er sprake is van een ‘gespleten’ persoonlijkheid: de dissociatieve identiteitsstoornis. Deze stoornis is erg zeldzaam en wordt vaak gelinkt aan een traumatische kindertijd. Mensen met deze stoornis beschikken over twee of zelfs meer persoonlijkheden. Het is als het ware alsof er twee (of meer) mensen in één lichaam zitten, en het hele doen en laten af en toe van elkaar overnemen. De persoonlijkheden hebben andere manieren om zich te gedragen, andere herinneringen en andere emoties. Herinneringen uit andere persoonlijkheidstoestanden zijn vaak  niet meer toegankelijk. Er wordt verondersteld dat dit een soort onbewust beschermingsmechanisme is om traumatische herinneringen te ontvluchten.

3. Mozart maakt je slimmer

In de jaren 90 verscheen er een studie waaruit bleek dat luisteren naar Mozart terwijl je een ruimtelijke taak uitvoert je IQ zou verhogen. Al snel werd dit opgepikt door de populaire media enpiano-349928_1920 ontstond de opvatting dat klassieke muziek je slim maakt. De resultaten van dit experiment zijn echter een eigen leven gaan leiden. Want het effect dat gevonden werd door de wetenschappers blijkt in werkelijkheid maar enkele minuten aan te houden. IQ is immers een factor die relatief constant lijft vanaf de puberteit. Je kan dus hoogstens stellen dat de muziek van Mozart de deelnemers aan het experiment hielp bij het uitvoeren van de ruimtelijke taak voorgelegd door de onderzoekers.

4. Vrouwen komen van Venus, mannen komen van Mars

Het wordt nogal eens groots voorgesteld, de verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zouden beter kunnen multitasken, mannen kunnen beter parkeren. Vrouwen zijn empathisch, mannen kunnen niet om met emoties. Vrouwen zijn goed in taal, mannen in wiskunde. En ga zo nog maar even door!  Zo lijkt het wel alsof mannen en vrouwen echt van een andere planeet komen. man-2933984_1920Wat blijkt nu uit onderzoek? Naast de (duidelijke) fysieke verschillen zijn er op psychologisch gebied slechts weinig verschillen tussen de seksen. De enige verschillen die consistent worden aangetoond zijn 1) de hogere verbale intelligentie van vrouwen en 2) het betere ruimtelijk inzicht van mannen. Deze verschillen zijn werkelijk aanwezig, maar de grootte van deze verschillen is miniem, waardoor deze eigenlijk weinig effect hebben op het dagelijks functioneren. Bovendien gaat het slechts om gemiddeldes. Dit wil zeggen dat sommige vrouwen dus een veel beter ruimtelijk inzicht hebben dan de meeste mannen en dat sommige mannen juist veel hoger scoren op verbale intelligentie dan hun vrouw.

 

 

 


Plaats een reactie